2013-2014
Een onderzoek naar ‘informele’ stedenbouw in stadstaat Singapore.
Het onderzoek is gepubliceerd in: Rocco, R. & Villa, D., 2015, New Urban Languages: Tales and images of spatial justice, 3rdNew Urban Languages Conference, Delft University of Technology 24-26 JUN 2015, TU Delft.
De Architect, juni 2014
Lees Pdf: De Architect 05-06-2014
Singapore kent in vele opzichten haar gelijke niet, laten verschillende data zien. De PAP (the People's Action Party) is de enige partij van betekenis die Singapore al vanaf haar onafhankelijkheid in 1965 bestuurt. Sindsdien groeide Singapore uit tot een welvarende stadstaat met de grootste kwaliteit van leven in Azië, volgens onderzoeksbureau Mercer. Toch zijn er nergens zo weinig gelukkige mensen als in Singapore, blijkt uit de peiling van Gallup. Het land heeft een hoge Gini coëfficiënt, het gat tussen arm en rijk is er groot. Verder heeft Singapore de hoogste bevolkingsdichtheid van Azië, en woont maar liefst 80% van die bevolking in flats van de Housing Development Board, een staatsonderdeel belast met sociale huisvesting.
Een ander opvallend verschijnsel is de nauwkeurige wijze waarop Singapore haar ruimtegebruik definieert. Van veel stedelijke ruimten heeft de Singaporese overheid precies bepaald hoe die gebruikt moeten worden en vooral ook hoe niet. Dit fenomeen heeft via bijbehorende regels, verbodsborden en hoge boetes bijgedragen aan het clichébeeld van Singapore als over-gecontroleerde stadstaat.
Zijn er ook inwoners van Singapore die deze controle omzeilen en de nauwkeurige definities van ruimte aan hun laars lappen? En wat schuilt er achter de wens om de ruimten zo nauwkeurig te omschrijven? Op deze vragen richt zich het onderzoek. Hierbij is niet zozeer gekeken naar data of grootste gemene delers, maar naar de marge, of preciezer: naar de plekken waar het ruimtegebruik van de Singaporees schuurt met de regels.
Vanuit dat perspectief komt er een heel ander Singapore tevoorschijn: een stadstaat waarin sommige bewoners tussen de regels van de fysieke omgeving laveren en zo de ruimte anders gebruiken dan de staat voor ogen heeft: van straatverkopers die hun handel in koffers aan een hek vastketenen en zo gratis opslag regelen, tot bewoners in Chinatown die een deel van de achterstraat tot verlengstuk van hun huis maken met behulp van wasrekken, zithoeken en altaren om de goden gunstig te stemmen.
Het onderzoek kwam tot stand met financiële steun van de Van Eesteren-Fluck & Van Lohuizen Stichting.
Ander werk: